Zienswijze ontwerp omgevingsvisie

Ontwerp Omgevingsvisie 2030 Mijn Zwolle van Morgen

een hogere versnelling is nodig in Fietsstad Zwolle

D86C4079-2998-4002-8309-F2070E5A108E

Sinds de verovering van de titel Fietsstad in 2014 gaat het er voor de fietsers in Zwolle wel op vooruit, maar niet in het tempo dat hoort bij een ‘Wereldfietsstad’.

In deze Omgevingsvisie is veel positieve aandacht voor de fiets. Het woord fiets komt 108 keer voor en ook nog 24 keer in de bijlagen.

En toch heeft de Fietsersbond een zienswijze, aangezien wij als belangenbehartigers van het fietsen vooral de uitvoering van de voornemens in een hoge versnelling hopen te krijgen en te houden. Sinds de verovering van de titel Fietsstad in 2014 gaat het er voor de fietsers in Zwolle wel op vooruit, maar niet in het tempo dat hoort bij een ‘Wereldfietsstad’.

De Fietsersbond heeft landelijk een visie voor de fiets in 2040 vastgesteld. De verwachting van de Fietsersbond is dat de betekenis en het gebruik van de fiets in Nederland nog veel meer zullen toenemen. Het bewijs daarvan bleek de afgelopen maanden, waarin fietsverkoop en daarmee fietsgebruik enorm is toegenomen. Er is noodzaak om ruimte te maken voor een steeds groter wordende fietsfamilie.

Wij hebben als Fietsersbond Zwolle deze Fietsvisie 2040 inmiddels gedeeld met de gemeente en bepleiten het gebruik ervan bij de route naar de toekomst in 2030. En zoals reeds opgemerkt hopen wij op een hogere versnelling bij de uitvoering. Er is immers een titel Fietsstad te verdedigen. Helaas zijn er op dit moment nog steeds actuele situaties waaruit blijkt dat het op papier omarmen van de fiets alléén geen verbetering brengt. De beste toetssteen voor de bestendigheid van beleidskeuzes is de praktijk.

In deze zienswijze geven wij onze reactie op de voornemens in de Ontwerp Omgevingsvisie Zwolle 2030. Daarbij maken wij ook een vergelijking met eerdere voornemens en de huidige praktijk.

Tot slot. Door de huidige situatie vanwege COVID-19, die een anderhalvemetersamenleving vereist en in bijzonder ten aanzien van de toegestane uitbreidingen van terrassen, lijkt het erop dat de fietsambities van Zwolle in het gedrang raken. Wij roep de gemeenteraad op om het tij te keren en de fiets de ruimte en kansen gaat geven die al vaak benoemd zijn en verzilverd moeten worden.

Zienswijze van de Fietsersbond Zwolle bij ontwerp Omgevingsvisie

‘Mijn Zwolle van Morgen 2030’

MOBILITEITSPRINCIPES
Als belangenvertegenwoordiger van fietsers lezen wij in paragraaf 2.4 onder het kopje Mobiliteitsprincipes, dat de auto steeds meer plaats gaat maken voor de fiets en de voetganger en dat voorzieningen voor de auto aan de buitenzijde van de gracht zullen worden toegevoegd. Dat stemt ons tevreden, een autoluwe binnenring is een uitdrukkelijke wens van ons.

Wij vragen ons echter wel af hoe hard de systeemkeuze echt is, aangezien er later in de paragraaf een voorbehoud staat vanwege de bereikbaarheid van de bewoners en bezoekers die met de auto komen.

Ook ten aanzien van de twee grote parkeergarages binnen de stadsring blijft onduidelijk hoe er zal worden omgegaan met deze garages, die ook nog eens niet in eigendom zijn van de gemeente.

STOP-PRINCIPE
De keuze om bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen vanuit het STOP-principe (stappen, trappen, ov, personenauto) te werken, is een keuze die wij steunen.

Wat ons verbaast is een verkenning naar het openstellen voor autoverkeer van de Koggetunnel. Dat zou een verslechtering opleveren ten opzichte van de huidige situatie. Wij raden dit derhalve af.

In deze paragraaf staat ook dat waar een doorfietsroute een autoverbinding kruist, er gezocht wordt naar mogelijkheden om de fietser
voorrang te geven. Waarom wordt dit voornemen niet omgedraaid naar het principe; de fiets heeft altijd voorrang tenzij. Dat is een duidelijke keuze voor de fiets.

HUBS
Er wordt veel verwacht van mobiliteithubs en ook wij zien hier zeker kansen. Daarbij tekenen wij wel aan dat een mobihub met deelfietsen ook ruimte vraagt op de plaats van bestemming. Bij stadsrandhubs zal de bestemming van fietsers de binnenstad zijn, dat vraagt om voldoende ruimte voor het stallen van de deelfiets. Hoeveel ruimte is daar voor?

Tevens stellen wij vast dat ook bezoekers die per auto komen soms hun eigen fiets meebrengen en het is dus zinvol om hier rekening mee te houden. Een tweede advies is om in de uitwerking van een hub een breder aanbod van fietsen (kinderfietsen of bakfietsen) te overwegen.

In fietssteden zoals Amsterdam en Utrecht zijn buurtstallingen in gebruik. Wij zien in de buurthub een aanknoping om dit in dichtbebouwde gebieden in onze stad ook te realiseren. Als er onvoldoende rekening wordt gehouden met ruimte voor de fiets, heeft dat een effect op de beleving van de kwaliteit van de buitenruimte. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar in delen van het Kraanbolwerk. Het is een keuze tussen kwaliteit van de toekomst of het verdienmodel met de hoogste opbrengst. De kwalitatieve ruimtelijke meerwinst zou hierin moeten prevaleren.

FIETSSTRATEN
Een ander voornemen is om wegen waar de auto niet dominant is, als fietsstraten in te richten. Wij stellen vast dat de recente fietsstraten Rembrandtlaan, Brederostraat en Kamperweg toch minder succesvol zijn, omdat de snelheden van autoverkeer te hoog zijn. Dat veroorzaakt onveiligheid. Fietsers zijn geen snelheidsremmende maatregel.

Op sommige fietsstraten lijkt het principe ‘mix to the max’ van toepassing: heel veel verschillende gebruikers. Veel meer dan op een fietspad of fietsstrook. Naast het opheffen van fietsstroken en creëren van fietsstraten is het verbreden van fietsstroken natuurlijk ook een optie.

ICT wordt wel genoemd als middel om een parkeerplek te vinden, maar wordt niet gebruikt om de snelheid van auto’s in de stadskrans en binnenstad te begrenzen. Terwijl ISA (intelligente snelheidsaanpassing) waarschijnlijk veel effectiever is dan een spandoek, smiley of andere gedragscampagne. Ook het verhogen van de boete-kans is een middel om de snelheid van auto’s te temperen.

FIETSNETWERK
De capaciteit van het bestaande fietsnetwerk kraakt soms als een oude fiets. Onderhoud en vervanging lijken zonder enige samenhang te worden uitgevoerd met als gevolg doorgaande fietsroutes waarvan een deel toekomstvast en een ander deel hopeloos verouderd is.

In de omgevingsvisie wordt beschreven dat door de opkomst van de elektrische fiets en de speed pedelec de bereikbaarheid van het mooie buitengebied toeneemt. Echter zijn in het mooie buitengebied de
fietsroutes soms ook smal en hobbelig. Wij bepleiten ook hier een flinke sprong voorwaarts in beheer en onderhoud en meer afstemming met andere wegbeheerders.
De ambitie om Zwolle als gemeente, maar ook als regio, richting de nabije toekomst duurzaam en vitaal door te ontwikkelen vraagt om een hogere versnelling, meer uitvoering met een overkoepelende aanpak.

Een voorbeeld. Op Hessenpoort zijn er onlangs twee fietsroutes aangelegd die inderdaad door mooi groen, zonneweides en een fraai spoorviaduct voeren. Helaas is echter het eindpunt van die routes een drukke weg (50 kilometer) zonder fietsstroken, waar je als fietser tussen auto’s en vrachtwagens het laatste stuk naar het werk mag afleggen. Wij vinden dat moeilijk te rijmen met integraal afwegen. Waarom is die laatste of eerste kilometer onveilig?

Deze situatie doet zich ook op Marslanden en Voorst voor. Het begrip veilig befietsbaar behoort voor een hele fietsroute te gelden. Daarbij bevelen wij ontvlechting en meer spreiding naar snelheid of gebruik over het fietsnetwerk aan. Hiermee kan de verkeersveiligheid voor alle verschillende soorten fietsgebruikers worden geborgd.

BINNENSTAD
De Fietsersbond bespeurt een neiging om het voetgangersgebied sluipenderwijs uit te breiden, zoals dit nu met tijdelijke maatregelen ten behoeve van de terrassen wordt gedaan.

Wij bepleiten daarom nogmaals om het fietsverkeer in het voetgangersgebied maximaal te faciliteren met herkenbare en comfortabele, bewegwijzerde fietsroutes en kwalitatieve fietsenstallingen op de rand van het voetgangersgebied.

De e-fiets maakt ook dat de binnenstad van Zwolle vanaf grotere afstand bereikbaar wordt. Dat zien wij ook in de praktijk: de vele fietsers die op de Grote Markt zoeken naar een plek om hun dure e-bike veilig te kunnen stallen. Of de bezoekers die zich op marktdagen vastrijden in die markt. De stelling dat het basisraamwerk van Zwolle op orde is, rammelt hier als een oude fiets.

De Nieuwstraat kan een centrale fietsas door de binnenstad worden met inprikkers naar het voetgangersgebied/winkelgebied. Daarmee blijft er bereikbaarheid voor de fietsende bewoner en klant. Het succes van de binnenstad hangt namelijk niet alleen af van de status van voetgangersgebied.

Een betere doorfietsbare verbindende schakel tussen Sassenstraat en Oude Vismarkt is gewenst. Dit is nu een schakel met een te lage fietskwaliteit. Die lage kwaliteit zorgt voor een matige beleving. Ook bij de Voorstraat liggen er kansen voor een goede tijdelijke stalling, bijvoorbeeld een fietsvlonder. Die kan voorkomen dat stegen en trottoirs vol worden gezet met fietsen.
Een advies dat wij ook meegeven, is om geen evenementen op de belangrijke fietsroutes (Oude Vismarkt, Gasthuisplein) door het stadscentrum toe te staan.

In de omgevingsvisie staat als kans omschreven, dat er veel internationale bezoekers richting Zwolle getrokken kunnen worden. Het adagium lijkt om de bezoekende consument te verleiden om maar ongestoord veel winkels of terrassen te bezoeken. De keerzijde van deze ambitie is de impact op de fysieke leefomgeving en die is toch primair van inwoners.

KNELLENDE VASTHOUDENHEID
Al sinds de introductie van de centrale pop-up stalling op het Grote Kerkplein blijkt elke vrijdagmarkt dat het knelt in de binnenstad omdat er geen alternatief wordt geboden. Dat hebben wij helaas al vaak onder de aandacht gebracht. Net als de suggestie om veel actiever gebruik te maken van de tijdelijkheid van leegstaande panden. Een fietsenstalling zorgt voor aanloop en dat is wat lege winkelpanden en -straten nu juist ontberen. Het tijdelijk gebruik in de opmaat naar een toekomstbestendige fietsparkeeroplossing is dan een investering in plaats van kostenpost. Hiervoor moet veel meer aandacht zijn bij ruimtelijke ontwikkeling.

Nog een voorbeeld, de voorwielklemmen bij het stadhuis. Waar elders in de stad gekozen wordt voor fietsnietjes, staan bij het bestuurlijk centrum van deze stad nog voorzieningen uit een andere eeuw. Helaas zien wij deze ondermaatse voorzieningen ook op andere plaatsen in de gemeente. Hier ligt een kans voor het op niveau brengen van zo’n fietsvoorziening. Het zijn relatief kleine ingrepen die in de beleving dan weer groot uitpakken. Het versterkt het beeld en is eenduidig. Het is tevens een kans voor een Zwolse standaard, herkenbaar en eenduidige kwaliteit. Het gaat ook om de wil van de gemeente om de bestaande voorzieningen te verbeteren.

Categorieën